Jhr. P. J. Bosch van Drakestein was de zoon van vader P.J. Bosch van Drakestein. Deze vader was een alom gerespecteerd vooraanstaand man. Vader werd in Utrecht geboren en op zijn eenendertigste werd hij al Commissaris des Konings in Noord-Brabant werd en hij bleef dat maar liefst zevenendertig jaar. Zo zette hij zich in voor verlegging van de Maasmond en voor afschaffing van tollen op wegen. Vader kwam uit een familie die onder meer in Amsterdam een voorname plaats innam. Hij was voor zijn 31e jaar in Amsterdam advocaat en raadslid.
Privé had vader niet altijd veel geluk in zijn leven. Zo liet hij 10.000 gulden na voor het oprichten van een monument ter nagedachtenis aan zijn tweelingdochters die in november 1881 waren overleden en aan zijn in 1884 overleden echtgenote. Dit door Jules Dony ontworpen monument, een fontein met daarin een zuil met daarop een vergulde draak, staat voor het station van Den Bosch en werd op 19 juli 1903 in gebruik genomen.
Vader werd in Soesterberg op begraafplaats Carolus Borromeus, die hij grotendeels sponsorde begraven. Zijn erfde al zijn bezittingen, waaronder kasteel Drakestein in Lage Vuursche. Bij dit kasteeltje hoorde diverse boerderijen en ook een boswachtershuis. In dit huis zit een eerste steen, die deze jonkheer P. J. Bosch van Drakestein heeft gelegd.
De steen is erg eenvoudig, in tegenstelling tot het boswachters huis met zijn rood witte luiken. Op de steen staat:
JHR. P. J. BOSCH VAN DRAKESTEIN
19 2/7 06
De datum voor de steenlegging was dus 2 juli 1906. Het pand staat langs de Vuurscheweg vlak voor dat je Lage Vuursche ziet opduiken in de bossen.
Een nazaat, jonker Freddy, van deze Bosch ven Drakestein was gedwongen het kasteeltje te verkopen. Het werd gekocht door Prinses Beatrix. Koning Willem Alexander is hier opgegroeid.